Over

Portrait par Francis Leboutte

Caroline Lamarche (Luik, 3 maart 1955) is een Belgische (Franstalige) schrijfster.

Ze brengt haar kindertijd door in Noord-Spanje en haar jeugd in de Parijse regio. Na een opleiding als romaniste geeft ze les in Luik en in Nigeria. Ze woont tegenwoordig in Vlaams-Brabant.

Ze is de auteur van zes romans, van gedichten, van korte verhalen, van radiohoorspelen, van toneelteksten en van een jeugdboek.

Teksten Aangegeven in het Nederlands

klik op de foto’s

uitverkocht
Werk

  • J’ai cent ans, korte verhalen, Le Serpent à Plumes, 1999.

  • L’ours, Gallimard, 2000.

  • Lettres du pays froid, Gallimard, 2003.

  • Entre-deux / Twee vrouwen van twee kanten, Le Fram, 2003, met Hilde Keteleer)

  • Carnets d’une soumise de province, Folio Gallimard, 2004.

  • Karl et Lola, Gallimard, 2007.

  • La Barbière, Les Impressions Nouvelles, 2007, ill. Charlotte Mollet.

  • La Chienne de Naha, Gallimard, 2012.

  • Mira, Les Impressions Nouvelles, 2013.

  • Enfin mort, Le Cormier, 2014.
  • Dans la maison un grand cerf, Gallimard 2017.
  • La poupée de Monsieur Silence, ill. Goele Dewanckel, Fremok 2018

  • L’Asturienne, Les Impressions nouvelles, 2021.

  • La fin des abeilles, Gallimard, 2022.

Prijzen

Voor haar vroege verhalen krijgt ze diverse prijzen (Prix Radio France Internationale, Prix Fureur de Lire, 1994). De roman Le jour du chien (vertaald als De dag van de hond) wordt in 1996 bekroond met de Prix Victor Rossel, de voornaamste literaire prijs van Franstalig België. Voor haar radiohoorspel L’autre langue, over een Franstalige vrouw die Nederlands wil leren om de poëzie van Leonard Nolens te kunnen lezen, krijgt zij de Prix SACD op het Festival Phonurgia Nova (Arles 2003). Leo and Me, kort verhaal vertaald door Paul Curtis Daw, in Best European Fiction 2018, onder redactie van Alex Andriesse, Dalkey Archive. Voor Nous sommes à la lisière (vertaald als Van dieren en mensen), krijgt ze de Prix Goncourt de la Nouvelle 2019.